“Ik verlang er naar, u te zien,” schrijft de apostel Paulus in zijn brief aan de Romeinen (1:11). En in de brief aan de Filippenzen spreekt hij ook zijn verlangen uit naar zijn broeders en zusters in Filippi “met de genegenheid van Christus Jezus” (Fil. 1:8). En even verderop zegt hij hetzelfde van zijn metgezel Epafroditus, die Paulus nu terugstuurt naar Filippi (2:26).
Sinds we (bijna) allemaal digitaal zijn gegaan is brieven schrijven wat uit de mode geraakt. Een e-mail wordt soms nog bewaard, maar wat er allemaal op de “social media” wordt rondgestuurd vervluchtigt ergens in de “cloud”. Dat wordt nog wat voor toekomstige historici, als je niet meer kunt beschikken over brieven en correspondentie als bron voor je onderzoek. En we kunnen ons nu dan ook nauwelijks de tijd meer voorstellen, dat er nog geen computers, smartphones, e-mail, internet en whatsapp waren. Gelukkig, dat er ook nog een gedrukte versie van onze zondagsbrief is en een papieren versie van het kerkblad, waarvan vast wel een exemplaar wordt bewaard in een archief.
Het gehele artikel over ‘Verlangen’ vindt u in ‘Getijdenstroom’ nr. 5